Bedrijven die werken met de meest gevaarlijke stoffen, zoals kankerverwekkende en mutagene stoffen (CMR-stoffen), overtreden massaal de Arbeidsomstandighedenwet. Hoewel de wet hen verplicht om nauwkeurig bij te houden aan welke stoffen werknemers worden blootgesteld en in welke mate, gebeurt dit in de praktijk nauwelijks. Deze gegevens moeten tot veertig jaar na de laatste blootstelling worden bewaard. “Wat wij zien, is dat werkgevers het structureel niet op orde hebben als het gaat om blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Ze zien simpelweg het risico niet,” zegt Elodie Oosterhof, projectleider blootstelling gevaarlijke stoffen bij de Arbeidsinspectie, in de Zembla-uitzending Beroepsziekte niet erkend.
Duizenden sterfgevallen per jaar
De gevolgen van deze nalatigheid zijn groot. Jaarlijks sterven in Nederland naar schatting 3.000 mensen door ziekten die voortkomen uit blootstelling aan gevaarlijke stoffen op de werkvloer, zoals kanker en longaandoeningen. Daarnaast worden elk jaar 14.000 mensen ziek door deze stoffen. “Dit zijn schrikbarend hoge cijfers,” aldus Oosterhof. Ongeveer een miljoen werknemers in Nederland komt tijdens hun werk met gevaarlijke stoffen in aanraking.
Een bijkomend probleem is dat de effecten vaak pas decennia later zichtbaar worden. “Mensen worden soms pas twintig, dertig of zelfs veertig jaar na hun blootstelling ziek,” legt Oosterhof uit. Uit cijfers blijkt dat 80% van de slachtoffers overlijdt nadat zij al met pensioen zijn.
Gebrekkige registratie maakt bewijslast onmogelijk
In de praktijk wordt het wettelijk verplichte blootstellingsregister nauwelijks bijgehouden. Bij kleine bedrijven (minder dan tien werknemers) voldoet slechts 3% aan de verplichting, terwijl bij grotere bedrijven (meer dan honderd werknemers) dit percentage niet hoger ligt dan 16%. Dit gebrek aan registratie is schadelijk voor werknemers, benadrukt Daphne van Doorn, advocaat bij de FNV en gespecialiseerd in beroepsziekten. “Als je niet meet of beoordeelt wat werknemers inademen of aanraken, weet je niet of ze veilig werken. En als ze ziek worden door hun werk, kunnen ze nooit bewijzen dat hun ziekte door het werk komt.”
Te weinig inspecteurs, te veel risico’s
Een belangrijk knelpunt is het gebrek aan handhaving door de Arbeidsinspectie. Met slechts 33 inspecteurs die verantwoordelijk zijn voor 100.000 bedrijven, blijft controle op naleving van de regels vaak uit. Volgens Van Doorn is dit het gevolg van jarenlange bezuinigingen: “Er wordt nauwelijks gecontroleerd, terwijl bedrijven massaal de regels overtreden.”
Politieke versoepeling van regels stuit op kritiek
Ondanks de ernstige zorgen van de Arbeidsinspectie heeft de Tweede Kamer onlangs een motie aangenomen die oproept tot versoepeling van de regels voor gevaarlijke stoffen, met name voor het midden- en kleinbedrijf (mkb). De motie, ingediend door VVD-Kamerlid Arend Kisteman, noemt de huidige regelgeving “onwerkbaar” voor het mkb. Ironisch genoeg blijkt juist uit onderzoek van de Arbeidsinspectie dat kleinere bedrijven nog slechter presteren in de registratie van gevaarlijke stoffen dan grotere bedrijven.
Daphne van Doorn ziet de versoepeling als een klap in het gezicht van werknemers: “Het is overduidelijk dat bedrijven hun verplichtingen niet nakomen. En nu willen politici die regels nóg verder versoepelen. Daarmee wordt het nog moeilijker om blootstelling aan gevaarlijke stoffen in kaart te brengen.”
Concrete incidenten illustreren het probleem
De uitzending van Zembla toont meerdere schrijnende voorbeelden van bedrijven waar werknemers langdurig zijn blootgesteld aan gevaarlijke stoffen zonder adequate bescherming of registratie.
Bij aluminiumfabriek Century in Vlissingen bijvoorbeeld, kwamen werknemers jarenlang in aanraking met hoge concentraties van kankerverwekkende PAK’s (polycyclische aromatische koolwaterstoffen). Een oud-werknemer meldt dat meerdere collega’s voor hun pensioenleeftijd zijn overleden, mogelijk door de blootstelling. De Arbeidsinspectie legde dit najaar een deel van de fabriek stil vanwege ernstig gevaar voor de werknemers. De directie van Century erkent dat werknemers waarschijnlijk te hoge concentraties kankerverwekkende stoffen hebben ingeademd, zonder dat dit werd vastgelegd in een blootstellingsregister.
Ook bij Defensie speelden vergelijkbare problemen. Een monteur op Vliegbasis Leeuwarden werd jarenlang onbeschermd blootgesteld aan onder meer benzeen, een kankerverwekkende stof. Hoewel Defensie erkent dat de werknemer aan benzeen is blootgesteld en dat er een verband bestaat tussen benzeen en acute myeloïde leukemie (waar de werknemer aan overleed), ontkent de organisatie aansprakelijkheid. Er zijn immers geen meetgegevens bijgehouden die de ernst van de blootstelling kunnen bewijzen. Pas na zes jaar strijd is er een schikking getroffen met de nabestaanden, zonder dat Defensie aansprakelijkheid erkent.
Oproep tot actie
Experts pleiten voor strengere handhaving, meer inspecteurs en een betere voorlichting aan bedrijven over de risico’s van gevaarlijke stoffen. Volgens Oosterhof ontbreekt het bedrijven vaak aan kennis en besef van de risico’s. “Veel werkgevers denken dat het allemaal wel meevalt, maar dat is absoluut niet zo. De gevolgen van deze nalatigheid zijn levensgroot.”
De discussie over het versoepelen van de regelgeving blijft ondertussen voortduren, waarbij vakbonden en experts waarschuwen dat de situatie voor werknemers verder zal verslechteren als bedrijven nóg minder verantwoordelijkheid hoeven te dragen.