[huge_it_slider id=”5″]
RID 2017-2018
Het Reglement betreffende het internationaal spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen (RID) is vertaald naar het Nederlands. U kunt hem hier openen.
OTIF werkdocumenten.
De werkdocumenten en de agenda van de OTIF lees je hier en hier.
Spooroperators:
Railion Nederland
ER Railways bv
ACTS
European Bulls
Rail4chem
Dillen & Lejaune
SFB-SNCF Fret
Railoperators:
Optimodal
Vos Logistics
Ned. Ver. van Rail Operators
Conliner
Hupac Intermodal
Mediterranean Shipping
Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen (VSG)
De Regeling vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen (VSG) bevat specifieke voorschriften voor het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor. Als bijlage bij deze regeling zijn de internationale regels voor het vervoer van gevaarlijke stoffen opgenomen, afkomstig uit het RID verdrag (Règlement concernant le transport international ferroviaire des marchandises dangereuses).
Tweede corrigendum RID 2015 uitgebracht.
Spoorvervoerorganisatie OTIF heeft een tweede corrigendum gepubliceerd bij code voor het spoorvervoer van gevaarlijke stoffen (RID 2015). Het gaat hierbij om kleine redactionele aanpassingen in de code. http://preview.tinyurl.com/o283ndl
RIVM publiceert faalfrequenties vgs spoor
Op weg naar een nieuwe rekenmethodiek voor het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor.
In Nederland wordt een vastgestelde methode gebruikt om het risico op een ongeval door het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor te bepalen. Hiermee kan de omvang van een gebied worden bepaald waarbinnen mensen kunnen overlijden als ontvlambare en giftige stoffen door een treinongeval vrijkomen. De ‘faalfrequenties’, die in de huidige rekenmethodiek zijn gebaseerd op ongevallen van vóór 1995, zijn door het RIVM geactualiseerd. De actualisatie leidt tot aandachtspunten die in een nieuw te ontwikkelen rekenmethodiek moeten worden meegenomen.
In het onderzoek is specifiek in kaart gebracht wat de kans is op een ongeval waarbij gevaarlijke gassen en vloeistoffen uit goederenwagens vrijkomen. Omdat er in Nederland in de beschouwde periode geen ongevallen hebben plaatsgevonden waarbij deze stoffen zijn vrijgekomen, zijn voor de herziene kansen op botsingen en ontsporingen de Nederlandse ongevalsgegevens aangevuld met Europese ongevallen. Indertijd is, wegens afwezigheid van Nederlandse ongevallen met gassen, aangenomen dat de kans dat gassen uitstromen na een botsing of ontsporing kleiner is dan bij vloeistoffen. Uit het RIVM-onderzoek blijkt echter dat de uitstroomkansen voor gassen en vloeistoffen weinig van elkaar te verschillen. Ook blijkt dat de beschikbare vervoersgegevens onvoldoende gedetailleerd zijn om rekening te houden met verschillende risicofactoren, zoals de snelheid waarmee gereden wordt of het aantal keren dat een trein een wissel passeert.