Tanks en tankinstallaties

PGS29 – Richtlijn voor bovengrondse opslag van brandbare vloeistoffen in verticale cilindrische tanks

Deze publicatie is van toepassing op inrichtingen met ten minste één verticale cilindrische bovengrondse tank, waarvan de bodem op een fundering rust en waarin opslag plaatsvindt onder atmosferische druk van brandbare vloeistoffen van de klassen 1, 2 en 3 en voor stoffen van klasse 4 die verwarmd worden opgeslagen. Deze richtlijn is ook, maar eventueel met aanvullende eisen, van toepassing op brandbare vloeistoffen die tot nog een andere gevarencategorie behoren.

Mede naar aanleiding van het ongeval in Buncefield is PGS 29 in 2008 herzien.

 

PGS 34 ‘Stationaire drukapparatuur met PS ≤ 0,5 bar’

Doelstelling van PGS 34 is het geven van voorschriften voor de borging van de technische integriteit van stationaire drukvaten, installatieleidingen, appendages, en stelsels daarvan, met een maximaal toelaatbare druk PS ≤ 0,5 bar, die aansluiten bij de eisen voor drukapparatuur met PS > 0,5 bar zoals vastgelegd in het Warenwetbesluit drukapparatuur (WBDA). Het betreft zowel nieuwbouw, ingebruikneming als de gebruiksfase.

In deze PGS wordt apparatuur behandeld die kan worden bedreven met lage overdruk, atmosferische druk of onderdruk (vacuüm).

Deze PGS kent in grote lijnen dezelfde structuur als het WBDA, en ook de voorschriften van deze PGS zijn soortgelijk geformuleerd als de artikelen uit deze wetgeving. Evenals in het WBDA wordt in PGS 34 drukapparatuur ingedeeld aan de hand van de stof die de apparatuur bevat, en de afmetingen van de apparatuur (volume, diameter). De indeling bepaalt de risicocategorie voor nieuwbouw en of de apparatuur wordt aangewezen voor keuring voor ingebruikneming en herkeuring.

PGS 34 is niet van toepassing op bovengrondse verticale cilindrische tanks met een vlakke bodem voor de opslag van vloeistof met een maximale temperatuur die niet hoger is dan het atmosferisch kookpunt.

Voor bepaalde gevaarlijke vloeibare stoffen en mengsels kunnen zowel PGS 34 als PGS 31 ‘Overige vloeistoffen: opslag in ondergrondse en bovengrondse tankinstallaties’ van toepassing zijn. U wordt daarom geadviseerd om ook het concept van PGS 31 te bekijken.

PGS35: Afleverinstallaties van waterstof voor wegvoertuigen

Deze PGS heeft betrekking op wegvoertuigen die waterstof als brandstof gebruiken. Om de marktintroductie van dit soort wegvoertuigen mogelijk te maken gaan het Rijk, koplopers uit de gas- en auto -industrie en decentrale overheden de komende jaren kennis en ervaring opdoen met waterstofprojecten zoals de aanleg van waterstoftankstations. Het doel in deze fase van marktvoorbereiding is om randvoorwaarden te formuleren op het gebied van veiligheid, vergunningverlening en fiscaliteit en tegelijkertijd de maatschappij met waterstof als voertuigbrandstof kennis te laten maken.

Deze PGS is van toepassing op waterstofafleverinstallaties op het land, met inbegrip van de hieraan verbonden en/of hiervoor benodigde hulpapparatuur met een maximale afleverdruk van 350 bar of 700 bar gasvormig waterstof voor wegvoertuigen met Europese typegoedkeuring.